donderdag 1 april 2010

456. Appelgelei.

1 1/2 K.G. zure appelen.
1 citroen.
suiker.

Schil de appelen niet, maar wasch ze in plaats daarvan zeer
goed af. Verwijder stelen en kroontjes. Snijd ze in vieren
(groote in zessen). Zet ze op met zooveel water, dat ze juist
bedekt zijn en de gewasschen citroenschil (zonder wit!).
Kook de appelen tot ze geheel zacht zijn en laat ze daarna (zon-
der er in te roeren) uitlekken door een doek of een paardeharen
zeef. Meet het sap (1/2 L. weegt 500 gr.) en neem 3/4 van dit
gewicht aan suiker. Laat het appelsap met de suiker onder af
en toe roeren zachtjes tot de vereischte dikte inkoken en voeg
dan het citroensap toe. Werk de gelei op de gewone wijze ver-
der af (zie inleiding).