zaterdag 3 april 2010

414. Appelpie.

150 gr. bloem.....[
75 gr. boter......[
30 gr. Suiker.....[..voor het deeg.
± 1/2 d.L. water..[
± 1 gr. zout......[

8 à 10 zure appelen.
50 gr. krenten en rozijnen.
± 50 gr. suiker.
wat losgeklopt ei of eidooier.

Doe bloem, boter, suiker en zout samen in een kom. Kruimel
met behulp van 2 mesjes de boter zéér fijn door de overige
bestanddelen heen. Voeg roerende ± 1/2 d.L. water toe, zo-
dat het mengsel tot een samenhangende bal is te verenigen;
kneed deze even verder tot een stevige elastische massa. Rol
deze uit (zie voorgaande recepten) tot ´n dunne lap; laat deze
een poosje liggen om "tot rust te komen" (anders zou het deeg
door de grote elasticiteit tijdens de bewerking krimpen).
Snijd daarna uit dit deeg een lap, die iets groter is dan de
bovenkant van een vuurvaste schotel (gebruik bij voorkeur
een vuurvaste schotel met een platte rand) en een smalle reep
welke laatste met wat water op of over de rand van de
schotel wordt vastgekleefd. Vul de schotel, in het midden wat
oplopend, met de in stukjes gesneden, geschilde en gewas-
sen appelen, waartussen de goed gewassen krenten en
rozijnen en de suiker worden gestrooid. Maak de rand deeg
weer nat, leg de grote lap deeg ruim over de schotel heen
(als deksel) en druk deze, met een vork op de rand vast;
snijd het deeg indien nodig langs de rand bij, versier het
deksel met figuurtjes of reepjes gemaakt van de resten deeg
en plak deze er met water op. Bestrijk het deeg met los geklopt
ei en prik er, zo min mogelijk zichtbaar, dus tussen de figu-
ren, gaatjes in (om de waterdamp, die tijdens het bakken ont-
staat, te laten ontsnappen) en laat de pie in een matig warme
oven bruin en gaar worden (3/4 à 1 uur).