388. Abrikozenpudding.
200 gr. gedroogde abrikozen.
100 gr. suiker.
15 gr. witte gelatine (± 8 bladen).
6 d.L. water.
Bereid de pudding liefst een dag vooruit.
Was de abrikozen; zet ze een dag te voren met het water
in de week. Was en week de gelatine (zie voorgaand re-
cept). Kook de abrikozen in het weekwater geheel zacht en
wrijf ze door een paardeharen zeef. Roer de suiker door de
gezeefde massa (verwarm deze zo nodig nog even) en los
er de uitgeknepen gelatine in op. Laat de puddingmassa onder
af en toe roeren in de pan bekoelen, tot ze geleiachtig be-
gint te worden, doe ze dan in de omgespoelde (stenen)
vorm (deze moet goed vol zijn), laat ze hierin verder stijf
worden. Stort ze (zie voorgaand recept) en presenteer er
een vanillesaus bij (zie recept 316).
N.B. Gelatine moet goed gewassen en geweekt wor-
den en mag niet koken.