389. Appelpudding.
500 gr. zure handappelen.
6 d.L. water
125 gr. suiker.
het sap van 1 citroen.
de gewassen schil van 1/2 citroen (zonder wit!).
20 gr. gelatine (waarbij 1 blad rode).
Bij voorkeur een dag vooruit klaar maken.
Was en week de gelatine (zie recept 387). Schil de
appelen, snijd ze in stukjes, was ze en kook ze gaar in
het water met de citroenschil. Giet alles door een paarde-
haren zeef, wrijf er de appelen doorheen, vermeng de ge-
zeefde massa met het citroensap en los er (nadat ze, indien
nodig, nog even verwarmd is), de suiker en de goed uit-
geknepen gelatine in op. Laat het mengsel af en toe roe-
rende enigszins geleiachtig worden en giet het dan in een
met soud water omgespoelde (stenen) puddingvorm.
(Deze moet goed gevuld zijn). Stort de pudding als ze stijf
is en presenteer er een vanillesaus bij. (Zie recept 316).
N.B. Zie noot van recept 388.