359. Amandelbollen.
200 gr. oud brood zonder korst.
2 1/2 d.L. melk.
2 eieren.
± 2 gr. zout.
wat geraspte (gewassen) citroenschil.
30 gr. suiker.
50 gr. amandelen.
een pan met frituurvet (zie noot van recept 88).
wat poedersuiker.
Wel de amandelen even op in heet water (laat ze vooral
n i e t koken). Pel ze en hak of maal ze fijn. Verwarm de
melk met het zout en giet deze over het brood; druk dit,
als het goed met melk doortrokken is, weer uit, wrijf het
fijn en meng er de geklopte eieren, de amandelen en de ge-
raspte citroenschil doorheen. Maak het frituurvet dampend
heet, vorm met 2 lepels kleine bollen van het brooddeeg en
laat deze voorzichtig in het hete vet glijden (5 à 6 tegelijk,
afhankelijk van de grootte van de pan). Bak de bollen
hierin aan alle kanten bruin, neem ze er met een schuimspaan
of croquetlepel uit, laat ze even uitdruipen en leg ze op een
vel ongelijmd (b.v. grauw) papier om verder uit te lekken.
Stapel ze netjes op een schotel en stuif er door een zeef wat
poedersuiker overheen.