zondag 4 april 2010

363. Warme puddingen.

Een warme pudding, waarvan een zeer eenvoudige eigen-
lijk al besproken is, n.l. de ketel~ of trommelkoek (zie
recept 351), is in het algemeen een gerecht, dat vrij bewer-
kelijk is, veel toezicht en tijd vraagt en bovendien (vooral
bij gebruik van gas of elecriciteit) nogal veel brandstof
kost, door de vereiste lange kooktijd, n.l. 2 à 2 1/2 uur.
Daar, tenminste wat smaak betreft, ongeveer gelijke resul-
taten te bereiken zijn met verschillende "schoteltjes", zullen
deze gerechten in een gewone eenvoudige huishouding niet
zo vaak op het menu verschijnen; volledigheidshalve en
daar ze misschien ter afwisseling wel eens dienst kunnen
doen, zal er hier toch, als voorbeeld, een recept van gegeven
worden, de handige huisvrouw zal aan de hand hiervan zelf
ook andere variaties kunnen bereiden, aangezien alle warme
puddingen in hoofdzaak op het volgende neerkomen:
De grondstof is een dikke pap, b.v. van brood, rijst,
griesmeel enz., waarin een of ander smaakje mee afgetrokken
is, hetzij vanille, kaneel of citroenschil. Deze pap nu wordt
vermengd met verschillende toevoegsels ter verhoging van
de smaak, als: krenten, rozijnen, sucade, amandelen, bitter-
koekjes of stukjes gember e.d., suiker, desverkiezende wat bo-
ter en eieren (waarvan de witten stijfgeklopt zijn voor meer-
dere luchtigheid). Dit mengsel wordt gekookt in een daarvoor
geprepareede warme puddingvorm (zie volgend recept).
Na uitdampen en storten presenteert men de pudding met
een warme saus (schuimsaus, vruchtensap~ of vanillesaus).

voorbeeld:

Warme griesmeelpudding.

1/2 L. melk.
70 gr. griesmeel.
80 gr. suiker.
± 2 gr. zout.
2 eieren.
25 gr. boter.
1/4 stokje vanille, 1/2 pakje vanillesuiker of de gewassen
schil van 1/2 citroen (zonder wit!).
30 gr. amandelen

Besmeer een warme puddingvorm van binnen goed met
boter, ook het deksel, strooi er wat fijn paneermeel in en
schud dit rond, zodat de gehele vorm inwendig met een
dunne laag paneermeel bedekt is. Wel de amandelen even
op (maar laat ze vooral niet koken!), pel ze en hak of
maal ze fijn. Breng de melk met het zout (en eventueel het
smaakje) in een omgespoelde pan aan de kook, neem vanille
of citroenschil er weer uit en strooi er roerende het gries-
meel in. Laat de pap roerende ± 5 min. doorkoken, toe ze
goed dik is (voeg eventueel vanillesuiker toe). Splits de
eieren in dooier en wit, roer de dooiers met een gedeelte
van de suiker en voeg hierbij goed roerende de hete pap,
meng er de rest van de suiker, de gehakte amandelen en
tenslotte de boter, in kleine klontjes verdeeld, doorheen.
Klop de eiwitten stijf en schep deze luchtig door de pap.
Doe het mengsel in de vorm, die niet verder dan voor 3/4
gevuld mag zijn, sluit deze goed af en zet hem in een pan
met zoveel kokend water, dat dit juist tot onder de
sluitrand komt. Laat de pudding zachtjes 1 à 1 1/2 uur
koken; vul indien nodig het water tussentijds wat bij.
Neem, wanner de inhoud gaar is, het deksel van de vorm,
laat de pudding, liefst op een warme plaats, even uitdampen
en stort ze daarna op een verwarmd bord. Presenteer er een
warme vruchtensap~ of schuimsaus bij.